Veranderen, veranderen en nog een veranderen … YES !

innova-trein
Vroeger ging het allemaal veel rustiger. Tegenwoordig roept iedereen druk-druk-druk en moet het alsmaar sneller. Elke dag is er wel weer wat nieuws, een nieuwe verandering, …  Is dat nodig?

In de grijze oudheid werd de primitieve mens in zijn leven met maar relatief weinig veranderingen geconfronteerd: hij werd geboren, groeide op, leerde op beperkte schaal communiceren, zijn eten te vergaren en zich voort te planten. Er vielen wat mensen om hem heen weg en soms kwam er eentje bij. En dan stierf hij.

Jaren later in de Middeleeuwen gebeurde er al heel wat meer. De communicatie was door het gebruik van taal een stuk uitgebreider geworden. Om de mens heen gebeurde ook vanalles: er waren samenwerkingsverbanden (de zogenoemde Gildes), goden werden aanbeden, er werd getrouwd, er moesten dingen worden geleerd en er werd gewerkt, soms werd een heks op de brandstapel gegooid en er kwam wel eens iemand langs uit een verafgelegen plaats (50 km verderop of zo …)

Vanaf de 19e eeuw ging het pas echt los:  de industriële revolutie, de trein, auto en later vliegtuig. Studeren op school, leren voor een baan, iedereen kon lezen, atoomenergie, legbatterijen, plastische chirurgie, … Radio, televisie, telefoon, computer, mobiele telefoon en natuurlijk internet. Het aantal veranderingen (en vooral nieuwe dingen) is vergeleken met de Middeleeuwen en de grijze oudheid enorm.

Vandaag de dag worden we met nóg veel meer veranderingen geconfronteerd. Het eind is niet in zicht en zal dat waarschijnlijk ook nooit komen. Want, waar in het verleden de ontwikkelingen (en daarmee het aantal veranderingen waarmee de mens werd geconfronteerd) sterk werd bepaald door het verstandelijke vermogen van de mens, zien we nu een verschuiving naar de computer.

In 1971 introduceerde Intel een microprocessor (Intel 4004) die over 2.300 transistoren beschikte. In 1979 volgde de Intel 8086 die in de eerste PC’s werd toegepast; deze beschikte over 29.000 transistoren. Ergens in die tijd formuleerde Moore zijn beroemde wet: elke twee jaar verdubbelt het aantal transistoren in een microprocessor. Kijken we naar de 8-core Xeon die in 2010 werd geïntroduceerd en maar liefst 2.300.000.000 transistoren telt (dat is evenveel als één miljoen Intel 4004 transistoren) dan zien we hier inderdaad de bevestiging van de wet van Moore. Maar wat heeft dit met veranderingen te maken?

Hoe minder je weet, hoe minder veranderingen je kunt bedenken en teweeg brengen. Met die gedachte in het achterhoofd begrijpen we dat het aantal veranderingen toeneemt naarmate de mens zich verder ontwikkelt. Door de toepassing van technologie, krijgt de mens de beschikking over instrumenten die het bedenken van veranderingen ondersteunt en wordt onze horizon sterk vergroot. Zo beschikken we over een microprocessor met 2,3 miljard transistoren dankzij het feit dat we over een microprocessor beschikten die over 1 miljard transistoren beschikt. En ook die hadden we niet kunnen maken zonder diens voorganger. Het uitvoeren van de berekeningen die zijn benodigd voor het ontwikkelen van een microprocessor met 1 miljard transistoren is voor een computer geen moeilijke klus. Voor een mens is het echter volkomen onmogelijk; we zijn niet eens in staat in ons leven de getallen van 1 tot 1 miljard hardop uit te spreken.

De volgende stap die we maken bestaat uit kunstmatige intelligentie: computers die over neurale netwerken beschikken die zich gedragen als het menselijke brein. Computers die leren. Computers die leren te leren. En computers die leren andere computer te leren (…) We staan aan de vooravond van die ontwikkelingen. Maar eerst gaan we nog een heleboel technologie ontwikkelen die ons leven aangenamer maakt. Technologie die we op, aan of in ons lichaam dragen. Technologie die onze lichaamsfuncties bewaakt en zonodig ingrijpt. Die technologie gaat ons leven verbeteren en verlengen.

Het aantal veranderingen waarmee een mens in zijn leven wordt geconfronteerd neemt dus daadwerkelijk toe. Omdat die veranderingen in toenemende mate door (middel van) technologie worden gerealiseerd én omdat die technologie door technologie zélf wordt ontwikkeld, is  sprake van een autonome versnelling. Dit betekent dat het aantal veranderingen boven-lineair toeneemt en zal blijven versnellen. Sneller, sneller sneller, en sneller sneller sneller.

Kijken we even terug dan zien we een breekpunt dat zich zo’n beetje uitstrekt over de periode van 1985 tot 2005. In die periode heeft de technologie enorme sprongen gemaakt, is de PC gemeengoed geworden en de smartphone in de broek van velen terecht gekomen. Een groot deel van de mensen heeft deze veranderingen als positief ervaren en velen denken er zelfs niet bij na. Terecht, want deze technologische veranderingen vormen een vooruitgang (…)

Maar er zijn ook mensen die het voortdurend toenemen van het aantal veranderingen per tijdseenheid als onrust ervaren. Zij verlangen naar meer stabiliteit en worden liever niet (meer) voortdurend geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. Hoe vervelend het ook klinkt, maar die mensen hebben de “slag niet kunnen maken”. Op de een-of-andere manier hebben zij de trein gemist en nu is het vreselijk moeilijk om de opgelopen achterstand in te halen. Want veelal beschikken zij niet over de vaardigheden om met de toenemende veranderingen om te gaan. Daarom stoten zij nieuwe ontwikkelingen af. Ze houden vast aan de acceptgirokaart, pinnen contant geld, gebruiken niet of nauwelijks email, kijken nog gewoon TV, hebben geen Smartphone op zak, tablets vinden ze ondingen en ze lezen nog elke ochtend de papieren krant. Ze begrijpen niets van de jonge generaties, vertrouwen hun toekomst nog steeds toe aan hun werkgever, rekenen op de eeuwige zorg van de overheid, geloven in eeuwige trouw, op opgebouwde pensioenrechten, op de vaste waarde van de eigen woning, op hun beleggingen of spaargeld, …

De werkelijkheid? De maatschappij verandert, of je dat leuk vindt of niet. Je kunt meegaan of afhaken. Of misschien moet ik zeggen: je kunt meegaan of je wordt afgehaakt (…) Ben je nu – in 2013 – jonger dan 15 jaar, dan is al voor je gekozen: jij zit in de juiste trein. Ben je ouder dan 62 dan is de keuze niet meer zo belangrijk. Ben je tussen 15 en 62 en beschik je over een behoorlijk vermogen, dan kun je je wellicht veroorloven de veranderingen te negeren en te profiteren van de voordelen zonder er zelf in mee te gaan. Maar als dat niet zo is, dan zou ik maar proberen niet achterop te raken want er is straks geen plek meer voor je – en vooral niet in het nieuwe participatie-Nederland.

Deze eeuw zal de geschiedenis in gaan als de eeuw van de veranderingen. Want ná deze eeuw zijn wij (!) veranderd. Dan hebben we technologie in en rondom ons lichaam, leven 200 jaar of langer, zijn sociale individualisten geworden en veel minder materialistisch. We hebben alles wat we nodig hebben, en misschien niet meer zo veel méér. Dan zijn technologische ontwikkelingen voor ons net zo gewoon geworden als nu het ontwikkelen van een vaccin tegen een nieuw griepvirus. Tot het zo ver is moet nog veel veranderen. Zit jij (ook) in de juiste trein?

________________________

Stel je zou elke 5 seconden één getal uitspreken (probeer eens: twee-honderd-zeven-en-zestig-miljoen-drie-honderd-vier-en-tachtig-duizend-twee-honderd-acht-en-negentig; de meesten van ons redden dat niet eens in acht seconden, maar na heel goed oefenen lukt het misschien wel). Je kunt dan per uur 720 getallen uitspreken. Gemiddeld zes uur slaap per dag slapen lijkt toch wel zo’n beetje het minimum dat je nodig hebt. Per dag kun je dan 18 x 720 = 12.960 getallen uitspreken. En per jaar zijn dit er 4.730.400. De eerste vijf jaar van je leven kunnen de meeste kinderen nog niet tellen. Dus laten we er van uit gaan dat je 95 jaar lang kunt tellen wanneer je 100 zou worden. In die 95 jaar kun je dus 95 x 4.730.400 = 449.399.000 getallen uitspreken. Dat is net een half miljard.

3 reacties op “Veranderen, veranderen en nog een veranderen … YES !

  1. Heel treffend geanalyseerd hoe het tempo van technische verandering de verandercapaciteit van de mens lijkt te overtreffen. Toch enkele kanttekeningen.
    De technische veranderingen zijn voor de meeste mensen irrelevant, in die zin dat alleen de praktische resultaten van betekenis zijn. Veel mensen maken bijvoorbeeld zonder nadenken gebruik van USB memory, zich niet realiserend – en waarom ook – dat dit technisch attribuut alleen dankzij een Nobelprijs-winnende ontdekking mogelijk is?
    Iets heel anders: ik vermoed dat veel mensen zich te pletter vervelen; die worden blijkbaar niet gestresst van de vernieuwingen. Maar misschien zijn dit nou precies de mensen die al langgeleden uit de TGV van de verandering zijn gestapt. De tweedeling in onze samenleving die dit oplevert verdient misschien een overweging in een volgende blogpost.

    • Dank voor je reactie Klaas,
      Je hebt natuurlijk volkomen gelijk wanneer je stelt dat de technische veranderingen voor de meeste mensen irrelevant zijn. Gelukkig maar, want techniek is weinig boeiend, kent geen gevoel en geeft geen echte warmte. Ik kan alleen maar hopen dat de techniek nóg onzichtbaarder wordt, want ik zie liever de mens met al zijn goede en minder goede kanten.
      In een (te?) snelle reactie denk ik te mogen stellen dat de tweedeling in onze samenleving van tijdelijke aard is, maar daar wil ik graag wat langer over nadenken. En inderdaad, een interessant onderwerp voor een volgende blogpost.

  2. De genoemde tweedeling is/wordt misschien zelfs wel een driedeling. Want het is niet willen of niet kunnen om op dieTGV te springen. De participatie-maatschappij bepaalt dan dat diegene die in de trein zit moet zorgen dat degene die niet op de TGV kan springen er niet onder komt. Daar heb ik een zwaar hoofd in. Tsja en die niet wilt die droomt maar verder, hopelijk wel in stilte.
    Misschien ben ik daarom wel een liefhebber van het startrekuniversum, daar zijn de meeste wissels en stations al gepasseerd!

Reageren niet (meer) mogelijk.