De crisis is nu voorbij!

probleem

Anno 2013 is de crisis de nieuwe standaard en die is best heel goed.

Na de 2e wereldoorlog is een periode begonnen van wederopbouw. Er was enorm veel werk en het begrip werkeloosheid is een hele tijd betekenisloos geweest. Niet alleen de bevolking nam toe, de behoefte aan alles nam toe: huisvesting, vervoer, auto’s, eten, vertier, … Samen met een enorme technology push (mechanisering, automatisering, informatie technologie, …) steed de welvaart in een rap tempo. The sky is the limit was werkelijkheid geworden: de waardevermindering van het geld ging gepaard met salarisstijging. En daardoor werden hypotheeklasten werden hypotheeklusten en was het geen uitzondering om binnen een paar jaar de nieuwe woning te verkopen om naar een grotere/duurdere te verhuizen. Als iemand niet meteen over het gewenste kapitaal beschikte, werd een lening afgesloten want die was door de voortdurende salarisverhogingen toch zo weer afbetaald. Er waren geen grenzen aan de groei meer zichtbaar.

Toen de groei afnam werden de gevolgen gecamoufleerd door met z’n tweeën te gaan werken of door hogere leningen te nemen. Kinderen? Dat kan wachten …

Tijdens de recente crisis is echter duidelijk geworden dat een ware schuldenmaatschappij is ontstaan. Opeens stijgen de salarissen niet meer. Opeens verandert de verzorgingsstaat in een participatiestaat of iets dat daar op lijkt. Opeens is de sky niet meer the limit en opeens is de bodem van de put zichtbaar. Het aflossen van de schulden niet meer zo eenvoudig, drie keer per jaar op vakantie zit er niet meer in en elke drie of vier jaar een nieuwe auto evenmin. Er moet worden bezuinigd. Er moeten worden gespaard in plaats van geleend. Maar eerst moet het geleende worden afbetaald.

De 80-plussers kunnen zich nog wel herinneren dat het niet altijd zo’n luxe is geweest, maar voor de minder oude generaties is het behoorlijk schrikken. Zij zijn opgegroeid in weelde en hebben nooit iets anders dan welvaart gekend. Zij kijken met grote verbazing naar de problemen en de oudsten onder hen worden kwaad wanneer zij opeens moeten inleveren. Of beter gezegd: moeten (terug)betalen wat ze in de afgelopen jaren hebben geleend en geconsumeerd.

De jonge generaties daarentegen kijken er veelal anders tegenaan. Zij zijn doorgaans helemaal niet zo materialistisch ingesteld. Zij begrijpen de werking van de economie veel beter en kijken er niet van op dat ze niets voor niets krijgen. Maar daarnaast heeft welvaart voor velen van hen een andere betekenis: zij passen hun uitgavenpatroon gemakkelijk aan aan hun inkomsten, zowel in opwaartse als neerwaartse zin.

De luchtbel is stuk en het is nu belangrijk een nieuwe basis te vinden. Op de pof leven is geen optie meer omdat de rekening moet worden betaald, en dat is met geleend geld erg moeilijk. Maar ook hier hebben de jonge generaties  een antwoord:

  • Leer tevreden te zijn met wat je hebt
  • Je moet betalen voor wat je wilt
  • Als je in het verleden hebt geconsumeerd zonder betalen, dan krijgt je nú de rekening. En die kun je niet (meer) afwentelen op de volgende generatie.

En kijk eens om je heen. Hoeveel wordt geklaagd en waarop dat klagen dat eigenlijk slaat:

  • De bouw ligt stil, maar hebben we dan niet genoeg woningen?
  • Een nieuwe auto is natuurlijk mooi, maar rijden er in Nederland niet al voldoende auto’s en zijn die dan allemaal versleten en een gevaar op de weg?
  • Vakantie is ‘rust na werken’. Werk jij écht zo hard dat je drie vakanties per jaar nodig hebt?
  • Krijg jij géén geld om van te leven?
  • Heb je geen kleren om aan te trekken?
  • Heb je niets te eten?
  • Word jij niet geholpen als je ziek bent?
  • Gaan jouw kinderen niet naar school?

Tijdens een Mastermind sessie van Stichting Nevermind in Vaeshartelt werd het duidelijk:

  • De crisis is niet langer een crisis, maar het is de nieuwe standaard.
  • Samenwerken zonder focus op winst maar op win/win relaties is waar het om gaat.
  • Genoeg is genoeg en alles wat je méér hebt, heb jij omdat een ander dat niet heeft.
  • De meesten onder ons mogen best tevreden zijn met wat ze hebben; en velen mogen zich realiseren dat dat méér is dan anderen hebben.