Een beetje dromen van een (nog) mooiere wereld

new worlds
Bij vrijwel alles wat we doen, leren we. Dat herkennen we ook wanneer we spreken met mensen die zelf een tuin hebben aangelegd, een verbouwing hebben gedaan of in eigen beheer een huis hebben gebouwd. ‘… dat zou ik de volgende keer anders doen’ is dan veel gehoord. Wanneer het grote projecten betreft, is dat vaak niet mogelijk, alleen tegen hoge kosten of pas over een lange tijd. Maar dat neemt niet weg dat het soms best interessant is om eens na te denken over ‘hoe het zou zijn als je nog eens mocht overdoen’.

Wetende wat we nu weten en met de technische mogelijkheden die we nu hebben, hoe zouden we dan onze leefomgeving inrichten? Wat zouden we beter doen, wat zouden we anders doen, … Wat jouw antwoord is weet ik natuurlijk niet, maar ik heb er zelf wel een paar gedachten over.

De leefomgeving die zou zijn geschapen naar mijn hand, zou op een aantal principes zijn gebaseerd:

  • De natuur wordt niet weggedrukt maar en krijgt juist veel ruimte.
  • Het milieu wordt niet of maar zéér minimaal belast.
  • We respecteren levende wezens en maken ze niet langer ondergeschikt aan ons.
  • Duurzaamheid is belangrijk en verspilling wordt zoveel mogelijk voorkomen.
  • Er is een voortdurend streven naar evenwichtigheid.

Wanneer ik deze wereld stileer, zie ik bovengronds vooral de natuur haar gang gaan. Er zijn ongetemde oerwouden en grote bossen. Van bergen die tot in de wolken rijken en waar eeuwige sneeuw ligt stroomt ijswater naar beneden om uit te monden in rivieren die over enorme afstanden richting zee kronkelen. Het water is schoon en wordt nergens vervuild. De bovengrondse wereld is levendig en evolueert in alle rust. Er zijn woestijnen en minder herbergzame gebieden alsook de koude polen. En ook die zijn ongerept. Het leven in de zee floreert net zo onverstoord als op het land en in de lucht.

Her-en-der zien we transparante koepels. Kijken we erdoor naar beneden dan zien we dat ze uitmonden in kleine tot middengrote ondergrondse woonfaciliteiten. Het zijn luxueuze appartementencomplexen. Ze beschikken allemaal over eetgebieden, recreatieruimten, een zwembad, sauna en nog veel meer luxe. Voor de bewoners (alleenstaanden, samenwonenden en hele gezinnen) zijn er natuurlijk ook gewoon woonkamers, slaapkamers, studeerkamers, speelkamers, … Tussen de complexen zien we kleine verbindingswegen maar ze lijken meer op grote buizen. Wanneer we zo’n buis volgen komen we bij een buurtstation. De buurtstations zijn op hun beurt met regiostations verbonden die ook weer met elkaar zijn verbonden. Door de buizen schieten kleine projectielen met behoorlijk hoge snelheid heen en weer. Ze zijn volledig computergestuurd en voorzien van zit- en zelfs slaapcomfort voor de mensen die zich erin voort laten bewegen.

Er zijn ook koepels waaronder zich veel grotere complexen bevinden, de werkeenheden. Het zijn bedrijven, fabrieken, kantoren, ziekenhuizen, … en mensen gaan er naar toe om te werken. Maar niet elke dag, want iedereen heeft meerdere taken, zowel in de werkeenheden als thuis. Smerig en gevaarlijk werk, en verreweg het merendeel van handenarbeid wordt verricht door machines en robots. Het werk dat niet kan worden geautomatiseerd of gemechaniseerd is van hoger niveau; alleen dát werk wordt door mensen verricht. En omdat verreweg het merendeel van het werk niet meer door mensen wordt verricht, is het ook veel minder interessant geworden werk te laten verrichten in zogenoemde lage-lonen-landen – los van het feit dat die dan niet meer bestaan.

De wereld zoals we hier zien is ook heel anders georganiseerd dan onze huidige wereld. Gestreefd wordt namelijk naar een beperkte verplaatsing van producten, van goederen, machines én van mensen. Waarom zou je 100 km verderop gaan werken, als je dat ook dichtbij kunt doen. Waarom zou je producten van de andere kant van de wereld halen, wanneer je die ook in de directe omgeving kunt krijgen? Waarom zou je ze aan de andere kant van de wereld máken, als je dat hier ook kunt. En dat kán …, wanneer we afzien van de winstmaximalisatie voor bedrijven, en wanneer we het idee van rijk moeten worden overboord zetten. Dat kan écht, wanneer we ons realiseren dat onze wereld over voldoende middelen beschikt om iedereen een fatsoenlijk leven te laten leiden – maar daarvoor moeten we hetgeen we hebben rechtvaardiger verdelen. Het feit dat iemand 10 miljard euro bezit is absurt, want zelfs 10 miljoen euro is meer dan genoeg om honderd jaar onbezorgd te leven. Van die 10 miljard kunnen gemakkelijk 1000 mensen en wellicht nog véél meer mensen in weelde leven.

Deze wereld is mooi. Mooi omdat mensen zich kunnen en mogen ontplooien; onafhankelijk van wáár, wanneer en in welk gezin ze zijn geboren. Ze hoeven niet 40 uur per week te werken om te overleven. Ze zorgen goed voor zichzelf, leven gezond en bewust. Ze genieten van de bovengrondse schoonheid en de natuur. Ze hebben de tijd om naar muziek te luisteren en de dingen te doen die hun hart hen influistert. Ze leggen verbindingen met andere mensen, delen elkaars gevoelens, helpen anderen en worden geholpen. Ze vormen een samenleving, maar dan in de meest ware zin van het woord.

Helaas. We zijn zo ver nog niet. Maar ookal is het ombouwen van onze wereld nóg zo moeilijk, niemand belet ons om er aan te gaan werken!

2 reacties op “Een beetje dromen van een (nog) mooiere wereld

  1. In veel dingen kan ik meegaan. Maar zou het niet mooi zijn als de mens een zodanig geestelijke ontwikkeling doormaakt, dat iedereen ziet welk werk er gedaan moet worden en dat dan ook oppakt. Wetende wat hij kan. En daar dan ook zijn verantwoording in nemend. Een variabel systeem ontstaat dan vanzelf waarin ook het werk goed gedaan zal worden.

Reageren niet (meer) mogelijk.