Bovenaan de voedselketen …

mens-eet-aap

Als geestesvader van de Evolutieleer is Darwin geen onbekende. Hij gebruikte (in navolging van Herbert Spencer) the survival of the fittest in zijn boek the principles of biology. En wij – de mens – zijn het er absoluut over eens dat wij the fittest zijn. Voel je maar gezegend, want als je dat niet zou zijn dan zou je dat wel eens vies kunnen tegenvallen!

Tegenvallen? Vindt de krokodil het erg dat hij niet bovenaan de voedselketen staat? Of de aap, de koe, het varken, de haring, …? Nou, ik zou denken van wel! Of zou die krokodil graag worden gevild en in luxe damestasjes of damesschoentjes worden getransformeerd? Zou dat aapje het leuk vinden in een of ander obscuur land deel te mogen nemen aan een extravagant diner waarbij de hersenen uit zijn hoofd worden gelepeld terwijl het nog leeft? En die koe of dat varken dat eindigt in een snack, of de haring die met honderden wordt gevangen om vervolgens te worden bestrooid met pekel om daarna te verrekken van de pijn terwijl hij snakt naar adem en langzaam stikt?

Nou, zeg het maar, hoe zou jij het vinden als jou zo’n lot zou zijn toebedeeld?

Lang geleden was ons leven eenvoudig en maakten we gewoon deel uit van de natuur. We waren één van de vele species en we aten als omnivoor alles wat eetbaar was: vruchten, groenten, insecten, vis, wormen, resten van kadavers die door andere sterkere dieren waren achtergelaten. En soms werden ook wij opgegeten.

Met ons grote hoofd beschikten we echter over relatief meer hersenen dan andere dieren. En daardoor ook over het vermogen ons verder te ontwikkelen. We werden slimmer, handiger en we ontwikkelden onze fijne motoriek beter. We werden zó slim dat we ons uitstekend wisten te beschermen tegen onze natuurlijke vijanden. We bedachten wapens en we organiseerden ons. We klommen de ladder op totdat we bovenaan de voedselketen stonden. Toen zegevierden we en genoten van onze onoverwinnelijkheid. Niet langer aten we wat we nodig hadden en doden we voor ons voortbestaan. Nee, we werden vadsig en vraten onze buiken vet en rond. We doodden vogels voor de sport, hingen de trofeen van herten thuis aan de muur of lieten de buffels die we met duizenden vanuit de trein hadden geschoten gewoon wegrotten.

In de loop der jaren hebben we wel wat verbeteringen aangebracht, maar écht veel beter doen we het nog steeds niet. Kuikentjes mogen in veel landen nog steeds over een gloeiend hete plaat wandelen om zo het adrenaline-gehalte in hun bloed te verhogen hetgeen smaakverbeterend zou zijn. Haring wordt niet meer met de honderden gevangen maar nu met de duizenden. En veel koningshuizen hebben nog steeds het jagen op exotische dieren tot hobby. De bio-industrie doodt dagelijks miljarden dieren; dieren die elk recht op een bestaan is ontnomen. Dieren die er alleen maar zijn, om te worden mishandeld, gedood en opgegeten.

De focus bij deze verbeteringen ligt primair bij efficiency en kostenverlaging. Wakker Dier denkt ook te kunnen bijdragen, maar het is gewoon window-dressing, gerommel in de marge. Om werkelijk een verschil te maken is een betere mens nodig. Een mens met respect voor leven. Een mens die niet meer bovenaan de voedselketen staat, maar die van de ladder is afgestapt en er helemaal geen deel meer van uitmaakt.

Dus inderdaad, het valt allemaal wel mee. Want zoals we hier zitten en dit artikel lezen, zal ons – de niet-betere mens – niets overkomen. Aliens voor wie wij een voedselbron vormen zie ik nog niet zo een-twee-drie verschijnen. Maar áls ze komen, dan hoop ik voor ons allen dat het vegetariërs zijn.

Of dat ze een stuk beschaafder zijn …

aap-eet-mens