Democratie? Hou-toch-op

democratie

Velen van ons zijn daar waarschijnlijk nog niet aan toe, maar ik heb de overtuiging dat onze toekomst er heel anders uit ziet. Dan zijn er geen politieke partijen, geen verkiezingen en geen volksstemmingen meer.

Staatsinrichting is een onderwerp waarmee we doorgaans op school voor het eerst in aanraking komen. We leren dat er verschillende manieren zijn om een land te organiseren. En dan komen er heel wat mogelijkheden voorbij; ik noem er maar eens een paar: Absolute monarchie, Ambulant koningschap, Autocratie, Autoritarisme, Basisdemocratie, Bipolair federalisme, Centraal geleide economie, Communistische staat, Condominium, Confederatie, Constitutionele monarchie, Constitutionele republiek, Contrafederalisme, Deliberatieve democratie, Demarchie, Democratie, Democratuur, Diarchie, Dictatuur, Directe democratie, Eenheidsstaat, Eenpartijstelsel, Federalisme, Feodalisme, Gedecentraliseerde eenheidsstaat, Gerontocratie, Gynocratie, Hydraulische samenleving, Kalifaat, Meerpartijenstelsel, Meritocratie, Militaire dictatuur, Multi-level governance, Ochlocratie, Oligarchie, Parlementair systeem, Parlementaire democratie, Parlementaire republiek, Personele unie, Plutocratie, Politiestaat, Pontificaat, Pseudocratie, Regeringsvorm, Representatieve democratie, Republiek, Schijndemocratie, Soevereiniteit, Spilleleen, Sultanaat, Technocratie, Tetrarchie, Theocratie, Timocratie, Totalitarisme, Unionistisch federalisme, Verlicht despotisme, Verzorgingsstaat, Vrijstaat, … Bent u er nog?

Alleen al het feit dat er zoveel verschillende staatsvormen zijn, geeft een zekere indicatie dat het allemaal zo eenvoudig niet is. Grondslagen voor de verschillende staatsvormen vinden we in de veranderende tijdsgeest, de ontwikkeling van mens en maatschappij, de financiële mogelijkheden, geloven, enz. Welke inrichtingsvorm je ook kiest, er zijn horden mensen die zich daar niet in zullen vinden. Met dit artikel zal ik dan ook geen poging doen om iemand van een bepaalde inrichtingsvorm te overtuigen. Mijn doel daarentegen is het bijdragen tot de eigen beeldvorming van ‘hoe het zo ver is gekomen’. En wellicht het geven van richting aan een andere manier van denken over staatsinrichting in het algemeen. Laten we hiertoe eens nader kijken naar enkele inrichtingsvormen.

In een absolute monarchie beschikt de vorst over de absolute macht. Hij is niet gebonden aan wetten en hoeft aan niemand verantwoording af te leggen. Een bekend voorbeeld van een absolute monarch was Lodewijk XIV die zich beriep op het goddelijk recht om te regeren en was daarmee aan niemand anders dan aan God verantwoording verschuldigd. Absolute monarchieën treffen we op dit moment niet meer aan, maar een staatsvorm die hier dicht bij in de buurt komt is de dictatuur waarbij de absolute macht bij één enkele persoon of bij een heel kleine groep (bijvoorbeeld een familie) ligt. Van de scheiding der machten – wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – is geen sprake. En veelal komt de dictator aan de macht na een militaire staatsgreep of burgeroorlog. In de laatste eeuw vinden we voorbeelden in Irak, Afghanistan en nazi-Duitsland. En actueel is natuurlijk Noord-Korea waar de circa 30 jaar oude Kim Jong-un de scepter met harde hand voert en eind 2013 zijn 67-jarige oom Jang Song-thaek liet executeren.

Een communistische staat is gebaseerd op de ideologie van Marx en wordt geleid door een communistische partij. Veel genoemde voorbeelden van communistische landen zijn China, Cuba en ook Vietnam wordt wel genoemd. Maar echt communistische landen zijn er eigenlijk helemaal niet. In een communistische staat zijn alle productiemiddelen eigendom van de staat; ze worden aangewend om het belang van de arbeidersklasse te bevorderen. En alles wat gebeurt is ondergeschikt aan dit belang dat overigens dient te worden geïnterpreteerd als een gemeenschappelijk of collectief belang. Mensen worden als gelijken gezien en in de regel ook zo behandeld. Dit denkbeeld klinkt aantrekkelijk, maar de praktijk is weerbarstiger. Zo zal niet iedereen even gemotiveerd zijn om maximaal te presteren en het zien van de minder gemotiveerde collega heeft een negatieve invloed op de eigen presentaties. In een communistische staat staat er immers geen individueel voordeel tegenover, dus ‘waarom zou ik harder werken dan de anderen?’ Een beangstigend feit schuilt bovendien in de gedachtengang dat als iedereen gelijk is, duizend mensen méér waard zijn dan tien en dat deze laatsten wel eens zouden kunnen worden opgeofferd in het belang van de duizend (…)

Als Nederlander stel ik me de vraag of democratie dan de betere staatsvorm is. Democratie komt uit het Grieks en betekent letterlijk volksheerschappij. Het volk stemt zelf over de wetten of kiest vertegenwoordigers die dat voor hen doen (zoals bijvoorbeeld in Nederland). Aan de basis van democratie liggen vrijheidsbeginsel en gelijkheidsbeginsel: iedereen is vrij en gelijk, zo als ook staat beschreven in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In de praktijk – zo zou ik willen stellen – is de vertaling van deze beginselen in een staatsvorm dramatisch. Of nu directe stemming of indirecte stemming middels volksvertegenwoordigers plaats vindt, de democratische principes resulteren altijd in een meerderheidsbesluit en dat betekent automatisch dat minderheden het onderspit delven; de meerderheid beslist dus over de minderheid. Ook hier kun je het beangstigende feit noemen dat duizend mensen méér waard zijn dan tien en dat deze laatsten wel eens zouden kunnen worden opgeofferde in het belang van de duizend (…) Die mening deel je niet? Twijfel je dan echt niet aan de soms moorddadige acties van de CIA die plaats vinden op Amerika te beschermen? En aan de goede bedoelingen van geheime diensten zoals NSA maar ook aan onze eigen geheime diensten? Werken die in dienst van de meerderheid of werken ze voor jou? Tot zover het gelijkheidsbeginsel.

Kijk ik naar de regeringsvorming in een democratie dan voeg ik daar nóg een bezwaar aan toe: deze vindt middels verkiezing plaats. Veelal getrapt (gemeente, provincie, land, …) en ze zijn georganiseerd rondom een (politiek) partijenstelsel. Naar mijn mening zien we hier het volgende drama. Partijen hebben partijprogramma’s en de politieke leiders van die programma’s propaganderen deze programma’s. Of ze realistisch zijn en nog van enige waarde zijn nádat de betreffende partij de strijd heeft gewonnen wil ik niet eens analyseren – we kennen het antwoord op deze vraag maar al te goed. Nee, waar ik op duid is het feit dat de partijprogramma’s niet veel meer dan marketingstatements zijn om de stem van de kiezer te winnen. Geen enkel wasmiddel wast witter, geen tandpasta beschermt de tanden beter, de beste TV, smartphone, … Geen mens die die onzin gelooft. En dezelfde lariekoek op basisschool-niveau lezen we in partijfolders, horen we op de radio en zien we op tv. En dat geloven we wel? Is de nieuwe regering vervolgens eenmaal geïnstalleerd, dan start het volgende spel. Het spel dat héél eenvoudige spelregels kent. Voor de zittende regering geldt dat zij zich maximaal zullen inspannen om zolang mogelijk in het zadel te blijven. (Of het daarbij om machtswellust of gewoon ordinair zakkenvullen gaat is me nog niet helemaal duidelijk – misschien gaat het zelfs om beide.) En de oppositie heeft een vergelijkbaar doel: het uit het zadel wippen van de tegenstander. Jawel, de tegenstander! Want van een gemeenschappelijk doel is absoluut geen sprake. Dat zie je ook maar al te vaak wanneer partij A een voorstel indient. Partij B is daar bijna per definitie op tegen en als dat moeilijk is te verkopen, dan zal partij B het voorstel enigszins aanpassen om geen gezichtsverlies te leiden. Alleen al die gedachte is onzinnig: alsof andere partijen niet in staat zouden zijn een goed voorstel te formuleren waar je gewoon voor zou mogen applaudisseren. Maar inderdaad, dat zal niet gebeuren want je tegenstander gelijk geven is niet slim. Slim? Ik ben dan ook een groot tegenstander van democratie en ik ook van politieke partijen. Beiden zijn niet in het belang van de mens als individu, bieden onvoldoende ruimte voor individuele vrijheid en corrumperen door machtswellust en materialisme.

En heb ik dan iets beters te bieden? Ik zelf, neen. Maar ik geloof dat die mensen er wel zijn. Ik geloof in leiders die in staat zijn buiten de gebaande paden te treden. Verlichte mensen voor wie rijkdom en macht totaal onbelangrijk zijn. Mensen die over het vermogen beschikken voor anderen te denken en het beste voor ze te kiezen. Mensen die ‘beter’ zijn dan de meesten van ons. Mensen met kennis, met gevoel, met (com)passie, met respect en met het vermogen te verbinden.

Velen van ons zijn daar waarschijnlijk nog niet aan toe, maar ik heb de overtuiging dat onze toekomst er heel anders uit ziet. In die toekomst vervangen nieuwe waarden individueel bezit, geld, macht, … Die nieuwe waarden zijn solidariteit, duurzaamheid, vrijheid, wederzijds respect, verbinden en het waarderen van verschillen. In die toekomst is plaats voor spiritualiteit en voor schoonheid, … En in die toekomst respecteren we elke vorm van leven. In die toekomst draag ik graag een klein deel van mijn vrijheid over aan een of enkele regenten die ik vertrouw en die voor ons zorgen. Het is best fijn als ze me uitleggen wat ze waarom doen, maar uiteindelijk is dat niet eens van belang wanneer zij over hogere normen en waarden beschikken dan ik.

In de toekomst zijn er geen politieke partijen, geen verkiezingen, geen volksstemmingen. In die toekomst is de betere mens aan de macht. En die misbruikt hij/zij niet.