Veranderingen gaan snel. Soms evolutionair, soms revolutionair. Maar ze komen!

Kijken we naar de geschiedenis, dan zien we dat de economie na de grote oorlogen altijd snel herstelde en in de meeste gevallen was na zo’n vijf jaar sprake van een sterke opleving. Dat gaat ook na de Corona crisis gebeuren.

Vanmorgen op kwart over acht stopte de AH-bezorger voor de deur en leverde (contactloos) de boodschappen voor de komende dagen af. Een uur later worden vier flessen Monin witte chocoladesiroop bezorgd (die zijn heerlijk om opgeschuimde warme witte chocola van te maken). Kort na de middag wordt een studieboek voor mijn zoon bezorgd; ik begrijp nog steeds niet waarom ze niet uitsluitend e-books gebruiken maar dat zal wel samenhangen met het middeleeuwse gedachtengoed van menige leerkracht. Gedurende de dag neem ik aan vier vergaderingen deel, voer drie of vier telefoongesprekken, wissel een twintigtal korte berichten met collegae uit, en verstuur en ontvang een handvol e-mails. Ondersteund door moderne middelen als Webex, Microsoft Teams, Office365, zittend achter een elektrisch in hoogte verstelbaar bureau en op een ergonomische bureaustoel in mijn werkruimte. De kinderen brengen een groot gedeelte van de dag in hun eigen kamer door waar ze studeren en af-en-toe een toets of proefwerk maken; mijn vriendin heeft op dit moment een minder goed gevulde agenda; ze wandelt met de hond, neemt wat huishoudelijke taken voor haar rekening maar werkt ook regelmatig in dezelfde ruimte. Zo ziet onze dag er tijdens de Corono crisis er uit.

Dan belt mijn oudste zoon (24) die sinds enkele weken met zijn vriendin samenwoont. Hij is vierentwintig en al jaren voeren wij interessante gesprekken over politiek, samenleving, economie en wat al niet meer. Dat doe ik ook met mijn jongste zoon (20), maar dan betreft het vooral wetenschappelijke onderwerpen – hij studeert Applied Physics aan de Universiteit van Eindhoven. (Lees a.u.b. ook even de voetnoot onder dit artikel.)

Onderwerp van gesprek is deze keer de situatie ná Corona en dan vooral de wereldeconomie, de financiële en maatschappelijke gevolgen en ongetwijfeld de recessie die zich aandient. Een paar negatieve effecten zijn snel te noemen:

  • De horeca sector krijgt nú al enorme klappen te verwerken. Veel bedrijven zullen de Corona crisis niet overleven. Ook niet wanneer ze overheidssteun krijgen of uitstel van betaling van huur en belasting, …
  • Grote bedrijven beschikken doorgaans over wat meer financiële reserves, kunnen kosten doorbelasten en geen dividend uitkeren om de negatieve effecten te compenseren.
  • Voor freelancers en ZZP’-ers die hun werk in directe nabijheid van hun klant of opdrachtgever moeten uitvoeren ziet het er ook niet goed uit. In het gunstigste geval krijgen zij overheidssteun waarmee ze het kunnen redden. Maar wat te denken van mensen die maar met moeite hun hypotheek kunnen betalen.
  • Reisorganisaties, vliegmaatschappijen, taxibedrijven, busondernemingen, ProRail en NS, … Allemaal bedrijven met hoge kosten, lage marges, … en géén klanten. Verwacht mag worden dat velen het loodje zullen leggen of er op z’n minst héél veel overheidssteun bij moet om dat te voorkomen.
  • Aandelenkoersen dalen razendsnel met het verdampen van pensioengelden en oudedagsreserve tot gevolg. Eerder stoppen met werken zit er voor velen niet meer in; wellicht moeten zij juist langer gaan werken. Wat dan weer tot een toegenomen werkeloosheid bij starters kan leiden. Of tot extra bijstandsuitkeringen of gedwongen verkoop van bezittingen als ze hun werk niet kúnnen continueren.
  • Overheden storten zich in torenhoge leningen om compenserende maatregelen te nemen. Ze kúnnen niet anders, maar  ooit zullen we die leningen moeten terugbetalen.

Maar zijn er ook andere en misschien wel positieve effecten:

  • De nieuwe eigenaar van het bedrijf dat zojuist failliet is gegaan, heeft hij gekocht tegen een gereduceerde prijs en daarmee heeft hij nu een uitstekende startpositie.
  • De bedrijfseconomie leert ons dat het aanbod blijft toenemen zolang de vraag deze overtreft. Na enige tijd ontstaat dan een balans waarbij de marges sterk zijn afgenomen. Na de Corona crisis waarin veel bedrijven failliet zijn gegaan, neemt de vraag weer toe terwijl het aanbod is afgenomen. Oftewel, er kunnen weer serieuze winsten worden gemaakt, investeringen gedaan, … Er is weer ruimte voor groei.
  • Er ontstaat een nieuwe werkeloosheid en daardoor zullen salarissen niet (in ieder geval niet om dié reden) stijgen. Dus minimale inflatie.
  • Veel mensen zijn tijdens de Corona crisis noodgedwongen thuis gaan werken. De grote weerstand die we bijvoorbeeld bij leerkrachten en middelmanagement hebben gezien, is niet langer steekhoudend gebleken: de benodigde technologie is voorhanden én werkt. Sterker nog, de individuele productiviteit is in een aantal gevallen zelfs toegenomen. En na even wennen is het voor velen zelfs prettig geworden: minder reistijd, betere tijdindeling, toegenomen verantwoordelijkheid voor het eisen presteren, …
  • Kort vóór de Corona crisis zijn maatregelen genomen om de Stikstof uitstoot te reduceren. Gedurende de Corona crisis is deze uitstoot dermate sterk afgenomen, dat de gewenste effecten van deze maatregelen nú al zijn gerealiseerd.
  • De enorme terugloop van het vliegverkeer heeft een zeer positief effect op het milieu; de vermindering van het autoverkeer (als gevolg van het thuiswerken) eveneens.
  • Transporteurs hebben sterk geprofiteerd van de enorm toegenomen behoefte aan thuisbezorgen.
  • En omdat mensen hun vertier voor een groot gedeelte thuis moeten zoeken, is de verkoop van bordspelen, gameconsoles en leesboeken enorm gestegen. En misschien krijgen we straks ook nog een geboortegolf die ons straks helpt de pensioengelden aan te vullen.

Kijken we naar de geschiedenis, dan zien we dat de economie na de grote oorlogen altijd snel herstelde en in de meeste gevallen was na zo’n vijf jaar sprake van een sterke opleving. Ik deel de mening dat dit nu wéér het geval zal zijn. Maar sterker nog, het is een uniek moment, om serieuze veranderingen in te zetten:

  1. In plaats van overheidssteun en overbruggingskredieten, zou kunnen worden overgestapt op een basisinkomen voor iedereen.
  2. Door ons mondiaal minder te verplaatsen kunnen we de belasting van ons milieu sterk verminderen. Wat te denken van een maximum aantal vlieg km’s dat je jaarlijks mag gebruiken voor niet-zakelijke reizen. Eventueel mag je een paar jaar opsparen voor één grote reis; maar je kunt niet meer elk jaar met het vliegtuig een verre reis maken – dat is té milieubelastend. En nee, niet afkoopbaar met geld!
  3. Stimuleer local-for-local in plaats van steeds meer producten uit verre oorden naar ons toe te halen. Dat heeft een positief effect op de regionale werkgelegenheid en reduceert milieubelasting in termen van vervoer van goederen en zakenreizen.
  4. Thuiswerken voor ieder beroep waarin dit mogelijk is; tenminste 50% van je tijd. Files zouden verdwijnen als sneeuw voor de zon en de milieubelasting neemt sterk af.
  5. Fysieke producten uitstallen in lokale winkels die ruimte innemen en waar iemand niet-productief zit te wachten totdat een klant hem zijn euro’s gunt; en hoopt dat zijn concurrent hem niet voor is. Hoeveel gemakkelijker is het om online te kopen? Zonder dat daarvoor producten onnodig tussen fabriek of groothandel naar de winkel worden verplaatst. Goedkoper en efficiënter. En ja, het betekent dat de detailhandel zo-goed als ophoudt te bestaan. En ja, dat betekent ook dat dat basisinkomen een goed en voorwaardenscheppend gedachtengoed is.
  6. Je gaat dan naar steden om er te genieten van horeca gelegenheden of om met anderen af te spreken. Sjouwen met boodschappen, lopen van winkel-naar-winkel jezelf tussen de mensen door worstelend – dat is dan verleden tijd.
  7. Thuis studeren werkt  Thuis toetsen, proefwerken en tentamens maken werkt ook. Ondersteund met moderne technologie (waarover inmiddels écht iedereen beschikt) kunnen studenten thuis samenwerken aan projecten of opdrachten. Begeleiding door een studiegenoot, docent of praktijkbegeleider gaat op dezelfde manier. Alleen om de sociale vaardigheden te ontwikkelen is persoonlijk contact gewenst – dat kan dan met enige regelmaat op school. De school die dan vooral een fysieke ontmoetingsplaats is geworden.

Dat zijn serieuze veranderingen die we hier noemen en er zijn er nog veel meer. Serieuze, maar ook haalbare veranderingen. Sterker nog, veranderingen die tóch gaan plaats vinden. De tijd kan misschien nog wat worden gerekt, maar het is aan het gebeuren! Daar zijn we het over eens, mijn zoon en ik. En we eindigen het gesprek.

Waarom ben ik zo ervan overtuigd dat dit gaat gebeuren:

  • Toen ik in 1960 werd geboren, was mijn vader kleermaker. Twintig jaar later was het beroep van kleermaker verdwenen; we hadden opeens confectiekleding die in lage lonen werd geproduceerd en grotendeels door machines. Hij had zich aangepast en verkocht confectiekleding in zijn winkel.
  • In 1978 zag ik voor het eerst een computer en eigenlijk verdiende dat apparaat die naam niet eens. Anno 2020 beschik ik in huis over meer computerkracht dan in 1985 op deze wereld voorhanden was. En niet alleen ik; vrijwel iedereen.
  • In 1980 zag ik voor het eerst een pinpas waarmee geld uit de muur kon worden gehaald; die was van een Belgische collega. Sinds een jaar of vijf heb ik (een enkele uitzondering daargelaten) geen contant geld meer op zak. O-ja, en ik betaal al lang met mijn mobiele telefoon en sinds vier jaar met mijn Apple Watch. Veilig en contactloos. Dat laatste heeft recent een extra dimensie gekregen.
  • In 2006 gaf ik mijn destijds tienjarige zoontje een mobiele telefoon omdat ik met enige regelmaat ver van huis was en wilde dat hij me altijd kon bereiken. Dat werd door velen afgekeurd, maar anno 2020 ken ik niemand meer van tien jaar die géén mobiele telefoon heeft. Dat het ook nog een smartphone met internet betreft, is niet eens meer vermeldenswaardig.
  • In 1959 kochten mijn ouders hun eerste (zwart/wit) tv en er waren twee Nederlandse en twee Duitse zenders waarnaar ze konden kijken. Ze woonden toen nog bij hun ouders die nog nooit een tv hadden gezien. In 1963 kocht hun buurman een kleuren tv. Die man was vermogend. In 1980 kocht ik mijn eerste tv; een kleuren tv, met stereo geluid en voorzien van teletekst; een jaar later kocht ik er een videorecorder bij. In 2015 zit al die functionaliteit in elke smartphone; kijken we via internet naar honderden tv zenders of naar Netflix.

Veranderingen gaan snel. Soms evolutionair, soms revolutionair. Maar ze komen!
Sterker nog: ze zijn aan de gang!

Ik voel met iedereen mee die zijn bedrijf of inkomen verliest. Maar ik voel niet mee met degenen die niet bereid zijn tot veranderen; niet met degenen die koste-wat-het-kost willen vasthouden wat ze hebben; die de ontwikkeling proberen tegen te houden. Ze komen toch en ze zijn noodzakelijk voor de generaties die ná ons komen. En ja, ik begrijp dat je het niet prettig vindt en dat je misschien wel heel donkere dagen tegenmoed gaat. Maar of dat het einde is, ligt aan je flexibiliteit en aan je eigen veranderingsbereidheid.

Voetnoot
De indruk moet nu niet ontstaan dat ik zo’n gesprekken alleen met mijn beide zonen voer. Het tegendeel is het geval. Mijn vriendin bevindt zich zeker op een gedeelde eerste plaats, misschien bevindt ze zich daar zelfs alleen. Want met grote regelmaat praten wij over economische ontwikkelingen, problematieken in de samenleving, psychologie, … En natuurlijk ook over onze verschillende opvattingen ten aanzien van opvoeding. Tja, we vormen immers een samengesteld gezin en het grootste gedeelte van de opvoeding van onze kinderen lag al achter ons, toen we gingen samenwonen.