Samen aan het werk

samenwerken

Eigenlijk zou elke student die van school komt meteen een baan moeten krijgen. Om dat te realiseren zou een samenwerkingsverband moeten worden gevormd tussen school, UWV, overheid en bedrijven.

In zo’n samenwerkingsverband wisselen de partijen informatie uit die de doelstelling helpt realiseren: Aan welke kennis en vaardigheden heeft het bedrijf behoefte? En welke leer/werkplaatsen of stageplaatsen heeft de school nodig?

Maar de samenwerking kan nog veel verder gaan: bedrijven kunnen opdrachten uitschrijven die door leerlingen individueel of in groepsverband worden uitgevoerd. Daarmee leveren ze toegevoegde waarde voor het bedrijf en doen ervaring op. De taak van de school is het dan de opdracht aan te vullen met de nodige theorie en oefeningen.

De leerkrachten vervullen in deze samenwerking een spilfunctie: zij brengen natuurlijk nog steeds een behoorlijk deel van hun tijd op school door, maar één of twee dagen per week zijn ze in de bedrijven te vinden. Daar faciliteren zij niet alleen de leerlingen in hun praktijk omgeving, maar brengen ook kennis over op medewerkers van het bedrijf die de leerlingen begeleiden. Sterker nog, zij zullen regelmatig cursussen of workshops organiseren waarbij ze de medewerkers achtergrondkennis geven.

Medewerkers in het bedrijfsleven krijgen in deze samenwerking de gelegenheid om praktijkkennis over te dragen aan leerlingen. En tegen het eind van hun carrière zullen ze van deze gelegenheid wellicht in toenemende mate gebruik maken en misschien zelfs af-en-toe voor de klas staan.