In januari 2013 nam de voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid met 21 duizend toe tot 592 duizend personen. De werkloosheid kwam hiermee uit op 7,5 procent van de beroepsbevolking. De werkloosheid is de afgelopen maanden sterk gestegen. Het aantal vacatures is in het vierde kwartaal van 2012 afgenomen. In de tussentijd blijft het aantal ZZP gestaag stijgen.
In eerste instantie lijkt het erop dat de kleine middenstander en de ZZP-er onze economie moet gaan redden. En ik ben er ook van overtuigd dat kleine ondernemingen een veel grotere bijdrage hebben en zullen blijven hebben in het behouden van onze welwaart. De signalen zijn echter niet helder: de toename van het aantal ZZP-ers is ook voor een groot deel te wijten aan het verlies van de vaste baan: ontslag, bedrijfsbeëindiging, sanering, … Gebruikmakend van de spaargeld of van de gouden handdruk, gaat de werkeloze graag aan de slag als ZZP-er. ‘Om het eens op eigen kracht te proberen’ is een veel gehoord argument. Ook hoor je dat ‘er toch geen werk meer voor me is’, ‘ik ben te oud’ of ‘er zijn helemaal geen vacatures’.
De individuele kracht, de flexibiliteit en de bereidheid om méér, harder, anders, beter, sneller, … te werken, ligt bij de ZZP-er doorgaans hoger dan bij de vaste medewerker. Dat is ook niet vreemd, want de ZZP-er is niet zeker van zijn inkomen. Hij moet alle zeilen bijzetten op het moment dat hij de kans krijgt. Want als de opdracht is afgerond, komt misschien weer een langere tijd zónder inkomen. Die houding maakt de ZZP-er aantrekkelijk als tijdelijke kracht. En natuurlijk ook dat hij kennis en ervaring meebrengt van andere bedrijven – kennis die hij voortdurend op peil houdt en waaraan hij in veel gevallen zijn opdracht dankt.
Ondanks het feit dat de ZZP steeds belangrijker wordt, vormt de Nederlandse arbeidsmarkt een slechte voedingsbodem voor het ZZP-schap.
- De ZZP kan zich verzekeren voor het geval zijn inkomen door ziekte wegvalt of ernstig daalt, maar de gemiddelde ZZP kan zo’n verzekering nauwelijks of niet betalen.
- Geld opzij leggen voor de oude dag is mogelijk, maar een meebetalende overheid of werkgever is er niet. Daardoor wordt het voor de ZZP erg moeilijk om nu al aan zijn oude dag te denken.
- Belastingvoordelen voor de ZZP zijn zeer gering. En wanneer een thuiswerkplek is vereist, zijn daar geen serieuze aftrekmogelijkheden voor aanwezig.
- Het afsluiten van een hypotheek vereist een behoorlijke stabiel inkomen; dat ontbeert de ZZP veelal.
- En hoewel het inkomen van de ZZP veelal maar weinig verschilt van de medewerker in vaste dienst, is er voor de ZZP geen vangnet in de vorm van een WW-uitkering of bijstand. Geen werk = geen inkomen. Dat is de gedachte waarmee de ZZP zich bij aanvang van zijn nieuwe carrière heeft moeten vereenzelvigen.
De noodgedwongen ZZP heeft weinig te kiezen. Hij is ontslagen, vindt geen nieuwe baan en ‘moet’. Maar er zijn ook andere ZZP-ers. Hoogopgeleiden die genoeg mogelijkheden voor een zelfstandig bestaan zien. Mensen die over speciale kennis en ervaring beschikken die schaars is; waar genoeg werk voor te vinden is. Die doen het veelal heel goed. Met hun bovengemiddeld inkomen waarderen zij hun zelfstandigheid en vrijheid.
En dan is er de jonge ZZP. Soms zijn het jonge mensen die over een andere arbeidsethos beschikken. Mensen die een andere balans zoeken tussen werk en privé; mensen die niet zo nodig een topcarriére najagen, een dure auto of grote woning. Mensen die een aantal dingen in hun leven willen realiseren of bereiken, maar daarvoor geen full-time job benodigen.
Of de jonge ZZP die over een hoge opleiding beschikt en een goed netwerk. Hij weet wat hij kan, weet zijn opdrachten haarfijn te vinden en zich goed te verkopen. En na de succesvolle afronding van zijn opdracht, vertrekt hij weer.
Grote bedrijven waarin een groot deel van de medewerkers de rol van productiemiddel is toegewezen, zullen altijd blijven bestaan. Gewoon omdat we behoefte hebben aan massaproductie; aan productie tegen de laagst mogelijke kosten.
Maar ik geloof dat de toekomst van de jonge generaties ergens anders ligt:
Een deel zal actief zijn als ZZP. Maar omdat het voortdurend netwerken en acquireren veel tijd en energie kost, zie ik veel ZZP-ers op termijn zoeken naar samenwerking. Dat kunnen grotere collectieven worden, maar in de praktijk zijn kleinere organisaties wendbaarder en succesvoller wanneer flexibiliteit is vereist.
Ook zie ik een mooie toekomst voor kleine nieuwe samenwerkingsvormen zoals de neo-cooperatie. Hierin werken een klein aantal ZZP samen om grotere projecten te kunnen aannemen, maar ook om elkaar te helpen en een vangnet voor elkaar te vormen.