Ronald van den Hoff: Organisaties groeien totdat Coase Ceiling een feit wordt …

Ronald van den Hoff

“Coase Ceiling, het moment waarop een organisatie bezwijkt onder zijn eigen gewicht. Dat staat een aanzienlijk aantal van de huidige grote organisaties in de komende jaren te wachten”, zo schrijft Ronald van den Hoff in zijn boek Society 3.0. En daar zou hij wel eens gelijk in kunnen krijgen!

Bij organisaties is altijd sprake van mensen, die iets maken of doen, waarvoor een ander bereid is te betalen. Omdat betalen eenvoudiger is dan zelf maken of dat zelf maken eenvoudigweg onmogelijk is. Organisaties zorgen voor de processen die nodig zijn om tot producten en diensten te komen. Organisaties organiseren die processen, coördineren de mensen en de middelen en communiceren daarover (anders werkt het niet natuurlijk). Er is binnen een organisatie altijd sprake van een structuur en een bepaalde hiërarchie. Het werkterrein is afgebakend door de mogelijkheden en beperkingen van die organisatie zelf. (…)

Een organisatie heeft altijd beperkingen, in tijd, mensen en middelen: kennis, geld, fabrieksgrootte, productiecapaciteit, grondstoffen, ga zo maar door. De kennis over deze beperkingen, deze schaarste en het daaraan verbonden ‘permanent keuzes maken’, is de grondslag geworden voor de wetenschap die we tegenwoordig Economie noemen.

Nobelprijswinnaar Ronald Coase schreef in 1937 al over die beperkingen in zijn boek The nature of The Firm. Naar hem is het begrip Coase Ceiling genoemd: het moment waarop een organisatie bezwijkt onder zijn eigen gewicht. Anders gezegd: het punt waarop een nieuwe werknemer minder waarde toevoegt aan de organisatie, dan hij aan werk creëert voor de andere medewerkers van de organisatie. Op zo’n Coase Ceiling moment gaat de groei van de organisatie ten koste van de waarde ervan, en organiseert de organisatie zichzelf zogezegd kapot.

Gek genoeg hebben organisaties jarenlang geprobeerd hun Coase Ceiling moment te vermijden door … te groeien. Door soms zo groot te groeien dat we er zelfs het begrip globalisering voor hebben bedacht. En lukte die groei niet autonoom, dan toch weer wel door het overnemen van andere organisaties. Zo kun je in verticale zin zowel klanten als leveranciers opkopen of in horizontaal opzicht nieuwe activiteiten starten. De nieuwe aanwas wordt ingevoegd in de bestaande organisatie en hup weer op zoek naar nieuwe overnamekandidaten. Het is ook vandaag de dag de kernstrategie van vele ‘topmanagers’. Met als management-mantra: “De overname wordt gerechtvaardigd door de voordelen van efficiencyvergroting en de daaruit voortvloeiende hogere winstpotentie.” Dat gaat goed mits

  • er voldoende eigen geld is om te kopen,
  • de integratie soepel verloopt,
  • die synergievoordelen werkelijk te halen zijn,
  • het management of de supermanager, de eenling, die alles moet weten, het grotere geheel ‘onder controle’ kan houden,
  • die afzetmarkten blijven groeien.

Maar op het moment dat er voor overnames geld geleend moet worden, stijgen de bedrijfskosten navenant en dan komt Coase Ceiling snel dichtbij. Integratie blijkt lastiger dan men denkt en managers en medewerkers blijken niet alles aan te kunnen. En door al die efficiencyverhogingen gaan producten en diensten steeds meer op elkaar lijken. Het worden eenheidsworsten. Werkelijke product- of diensteninnovatie ontbreekt, want de focus is op schaalvergroting. Creativiteit in bedrijven is schaars. Maar er moet wel verkocht worden als de klant niet zomaar koopt. Dus vallen marketeers in een droevige poging zichzelf te onderscheiden van anderen over elkaar heen met kreten als ‘Nog witter dan wit’, ‘Nu vernieuwd’ en meer van dit soort inflatoire zaken. Die overigens door niemand meer geloofd worden. Diezelfde schaalgrootte moet in de gaten gehouden worden door bedrijfsbureaus en overige stafdiensten op veilige afstand gehuisvest in hoofdkantoren. En zo dijen organisaties gestaag uit en vormen ze hun eigen bureaucratieën. Stroop. Het spoor bijster.

“De supersterren stralen niet langer. Ze zijn in de problemen en ervaren een onbestuurbare crisis. Terwijl organisaties toch niet alleen maar slechte dingen doen; of de verkeerde dingen doen. Sterker nog, ze doen vaak de dingen best wel goed. Dat is een paradox. De oorzaak is dat de grondslagen van de organisatie niet langer aansluiten op de dagelijkse realiteit.” (Peter Drucker, “Theory of the business. 1994)

Ronald van den Hoff een zeer succesvolle en innovatieve ondernemer. Hij is  eigenaar en oprichter van Seats2Meet en Mindtz en schrijver van het boek Society3.0 dat gratis als eBook verkrijgbaar is.