Het woord ‘bewijs’ wordt maar al te vaak volledig ten onrechte gebruikt. Vooral homeopaten, acupuncturisten en gelovigen maken zich hieraan veelvuldig schuldig. Nu heb ik er helemaal niets op tegen dat mensen allerlei overtuigingen erop na houden, maar om ongefundeerd van-alles-en-nog-wat ‘bewijs’ te noemen is eigenlijk niets meer of minder dan misleiding. En omdat ik toch uitga van het goede in de mens, veronderstel ik dat deze misleiding een gevolg van onwetendheid is. En daar wil ik met dit artikel graag iets aan doen.
Laten we eens kijken naar de betekenis van het begrip ‘bewijs’. Bewijs betekent in zijn algemeenheid “aantonend dat iets waar is”. Om bewijs te leveren wordt een zogenoemde hypothese of theorie met behulp van waarnemingen bevestigd (= verificatie) of ontkracht (= falsificatie). Het verzamelen van de waarnemingen gebeurt op een logische, navolgbare, reproduceerbare en begrijpelijke wijze.
Een theorie doet voorspellingen die kunnen worden getoetst met behulp van waarnemingen. Als de voorspellingen overeenstemmen met de waarnemingen wint de theorie aan geloofwaardigheid. Maar slechts één enkele waarneming die niet overeenstemt met de voorspelling is voldoende om aan te tonen dat de theorie niet (volledig) juist is.
Een mening is een in de mens aanwezige subjectieve opvatting ten aanzien van bijvoorbeeld toestanden, gebeurtenissen of personen. Ze ontstaat op basis van eigen ervaring en kennis binnen de context van de eigen sociale omgeving.
Een theorie zegt iets over de werkelijkheid. Een mening zegt alleen iets over ‘hoe iemand iets ziet’. Maken we dit praktisch dan kunnen een aantal uitspraken worden gedaan:
- Vincent is een jongen, Christine is een meisje.
Dit kan worden onderzocht en worden bewezen. - Kippen kunnen niet praten.
Dit is een betrouwbare uitspraak die geldt zolang niet tenminste één kip wordt gevonden die wél kan praten. - God bestaat.
Dit is een mening. Er is géén onomstotelijk bewijs dat dit waar is. Maar evenmin is er onomstotelijk bewijs dat dit niet waar is. - De mens is slecht.
Dit is een (zeer subjectieve) mening die eenvoudig kan worden weerlegd; ze is dus onjuist. Er zijn immers heel wat mensen die beslist goed zijn (wat dat dan ook moge betekenen). - Mijn fiets is beter dan de jouwe.
Dit is een (weinig betekenisvolle) mening. - Mijn fiets was bij aankoop duurder dan die van jou bij aankoop was.
Dit is een uitspraak die eenvoudig op juistheid kan worden gecontroleerd door de beide aankoopfacturen te vergelijken. Kanttekening: is de ene fiets in 1900 gekocht en de anderen in 2014, dan is wellicht aanvullend overleg nodig om vast te stellen hoe de uitspraak is bedoeld en op welke wijze de verschillende bedragen moeten worden vergeleken. - Homeopathie werkt.
Dit is een mening. Homeopathie is wetenschappelijk niet bewezen. Sterker nog, tijdens veel wetenschappelijk onderzoek is géén bewijs voor de werking gevonden en onderzoeken die beweren dat dit bewijs er wél is, zijn stuk-voor-stuk onbetrouwbaar, niet-reproduceerbaar en/of subjectief gebleken.
Lezen we deze voorbeelden aandachtig en bestuderen we ze iets zorgvuldiger, dan stellen we al snel vast dat mensen regelmatig stellige uitspraken doen die het karakter van een vaststaand feit hebben, maar dat die dat in werkelijkheid helemaal niet zijn. Mensen zijn soms echter zó sterk van de juistheid van hun uitspraak overtuigd, dat ze daar grote beslissingen van laten afhangen, ruzies om maken of zelfs om doden.
Ik heb de stellige overtuiging dat, wanneer mensen beter zouden begrijpen dat veel van hun uitspraken volledig onbewezen zijn en daarom niet is uitgesloten dat ze onjuist zijn, ze hun gedrag zouden bijstellen. Ze niet zomaar iets geloven omdat iemand dat zegt, omdat het ergens staat geschreven, of omdat het gewoon fijn klinkt of voelt. Dientengevolge zou er veel minder onenigheid zijn; ruzies om godsdiensten zouden tot het verleden behoren en mensen zouden in het algemeen véél toleranter zijn.
Ik pleit er voor om reeds op jonge leeftijd mensen dit inzicht te geven door ze te laten kennismaken met de begrippen. Door ze ermee te laten werken. Door ze te laten zien wat allemaal voor waar wordt aangenomen terwijl daar geen enkel bewijs voor is. Dat zal best wel eens héél confronterend zijn, maar dat is geen reden om de volgende generatie dezelfde nonsens op de mouw te (laten) spelden als dat met ons is gebeurd.
Tot slot:
Je hebt géén recht op een eigen mening als die mening onzin is. En ik ben niet degene die bepaalt of dat onzin is; het is de ratio, het verstand … Maar als je dat ontbeert, dan begrijp ik je reactie.
Mag ik het samenvatten?
Geloof is een overtuiging zonder bewijs!
Begin met filosofie op de basisschool.
Je hebt de belangrijkste boodschappen er feilloos uitgehaald. Goed werk!