Kinderen achter de computer? OK!

kind achter computer

Laatst hoorde ik een kennis vertellen dat haar twaalf jarige zoon maximaal een half uur per dag achter de computer mag. ‘Nou, met zo’n moeder ben je ook mooi bezeikt.’ Dat dácht ik, ik zei het niet. Maar misschien had ik het wel moeten zeggen. Want zo bereid je je kinderen ook niet echt voor op de digitale 21ste eeuw.

Het is half zeven in de ochtend wanneer ik de deur open van de kamer van mijn jongste zoon (14) omdat ik licht zie branden. “Wat ben jij vroeg wakker” zeg ik, en hij antwoordt dat hij nog wat huiswerk moet maken. “Maar je bent toch helemaal geen huiswerk aan het maken. Je zit achter je computer een spelletje te spelen” zeg ik verbaasd. “Dat klopt. Samen met Rob. Duurt maar een half uurtje en dan maken we samen huiswerk. Hij heeft het ook nog niet af.” Ik sluit de deur en ga naar beneden om zijn ontbijt klaar te zetten.

Eenzelfde relaas zou ik ook kunnen schrijven om 15:30 uur wanneer hij een half uurtje uit school is. Of om 18:00 uur vlak voor het avondeten. Of om 19:00 uur direct ná het avondeten. Of om 21:45 uur, kort voordat hij gaat slapen. Tja, zo ziet een groot deel van zijn dag er uit: achter de computer. Spelletjes spelen, samen huiswerk maken met zijn online vriendjes, en soms alleen huiswerk makend. Maar vrijwel altijd achter de computer.

Een tijdje heb ik me afgevraagd of dit een goede ontwikkeling is; me afgevraagd of ik moet ingrijpen om verslaving aan spelletjes of aan de computer te voorkomen. Ook maakte ik me zorgen over zijn contactvaardigheden. Maar dat heb ik inmiddels (ver) achter me gelaten.

Te vaak projecteren we onze eigen opvoeding, onze jeugd en wat wij deden, op onze kinderen. We willen onze kinderen onze ervaringen meegeven, ze vormgeven zoals wij zijn vormgegeven, … Dat is heel begrijpelijk, maar het slaat eigenlijk nergens op: in ‘onze’ tijd waren er veel minder televisiekanalen, beschikten we niet over een computer, was de spelletjesconsole niet of nog maar net uitgevonden. Het aanbod aan communicatiemiddelen was zeer beperkt en communiceren betekende vooral ‘met mensen praten’. Maar met honderd Youtube kanalen, honderd Twitter-volgers, honderd Facebook-vrienden, honderd WhatsApp contacten, honderd PlayStation vrienden, … dan krijgt het begrip ‘communiceren’ een heel andere dimensie. Dan is ‘met mensen praten’ opeens lang niet meer de enige optie, veelal niet eens meer de belangrjikste en soms zelfs een ongewenste. Hoezo dat laatste? Probeer dan maar eens als niet-Taiwanees met een Taiwanees te communiceren zonder tenminste één gemeenschappelijke taal te beheersen. Met behulp van translate.google.com en email is dat helemaal zo moeilijk niet. En je leert er beslist meer van, dan door een half uur staan kletsen over die verloren voetbalwedstrijd of die man verderop in de straat die zijn vrouw heeft ingeruild voor een jongere.

Eerst dacht ik nog dat het vinden van een balans de juiste aanpak is. Maar hoe moet die er dan uit zien? Alle niet-persoonlijke contacten versus alle persoonlijke contacten? Of alle contact-opties gelijk waarderen? ‘Beeldschermtijd’ limiteren tot X uren per dag? En als dan al is gekozen voor zo’n aanpak, hoe die gefundeerd te onderbouwen? ‘Omdat het zo hoort’, ‘omdat het slecht voor je is’, omdat … Echte, liefst wetenschappelijke feiten zijn er helemaal niet en serieus onderzoek heeft nog maar nauwelijks plaats gevonden. Bovendien wordt het dan uitgevoerd door mensen ‘van de vorige generatie’, oftewel door sterk bevooroordeelden. Toen de eerste stoomtrein werd gebruikt vertelden tegenstanders dat een mens zo’n hoge snelheid helemaal niet zou kunnen verdragen zonder blijvende lichamelijke schade te ondervinden. Kijk nu eens naar F16-piloten (…) Natuurlijk kun je ook gewoon zeggen dat jij dat beslist. Als je wil kan ik je wel in contact brengen met die eerder genoemde kennis; kunnen jullie wat ‘ik-heb-de-broek-aan’ uitspraken uitwisselen. 

Uiteindelijk heb ik er voor gekozen mijn zoon de vrijheid te geven. Hij mag zelf beslissen hoe lang en wanneer hij achter een beeldscherm zit. Maar onder de voorwaarde dat zijn punten op school bevredigend zijn. En natuurlijk volg ik nauwlettend zijn ontwikkeling om bij tijd-en-wijlen met hem van gedachten te wisselen over de dingen die ik signaleer. Dat gaat niet altijd even gemakkelijk, maar dat schaar ik dan maar onder de noemer pubertijd.

Is mijn keuze de juiste? De tijd zal het ons leren.

Een reactie op “Kinderen achter de computer? OK!

  1. Je hebt een punt. Opvoeden is meebewegen, aansluiten bij wereld van je kind en vandaaruit tot steun zijn. En je kind te porren in wat zij of hij in deze wereld wilt betekenen. Lastig genoeg.

Reageren niet (meer) mogelijk.